vrijdag 16 oktober 2009

"Death"

A death by Elizabeth Jennings (1962 - 2001)

'His face shone' she said,
'Three days I had him in my house,
Three days before they took him from his bed,
And never have I felt so close'

'Always alive was he
A little drwan away from me.
Looks are opaque when living and his face
Seemed hiding something carefully.

'But those three days before
They took his body out, I used to go
And talk to him. That shining from him bore
No secrets. Living, he never looked or answered so.'

Sceptic I listened, then
Noted what peace she seemed to have,
How tenderly she put flowers on his grave
But not as if he might return again
Or shine or seem quite close:
Rather to please us were the flowers she gave.

Achtergrondinformatie
Er zijn vele universele dichten geschreven over de dood. Die gedichten nemen meteen een plekje in in ons hart en we kunnen ons goed met die gedichten identificeren. 'A death' is echter een gedicht dat mensen tot nadenken zet en het gedicht laat ons op een andere manier tegen de dood en/of het rouwproces aankijken. Er worden weinig gevoelens in het gedicht geuit. Alleen de vierde versregel 'and never have I felt so close' toont emotie.

De eerste drie strofen van dit gedicht beschrijven hoe een 'she' heeft beleefd dat de overleden man drie dagen bij haar in huis lag. We gaan ervanuit dat de man opgebaard ligt ergens in haar huis. Ze verteld vrij objectief over die drie dagen en gebruikt tegenstellingen om zaken onder extra aandacht te brengen. Zo zegt ze dat het voelt alsof ze meer contact heeft met de overleden man dan toen hij nog leefde. 'Always alive he was, a little drawn away from me' terwijl het juist logisch is dat nu hij dood is hij meer afwezig is, maar zij voelt dit anders.

In de laatste strofe wordt er van perspectief gewisseld (dit kun je vaak zien door goed op leestekens te letten, in de vierde strofe ontbreken bijvoorbeeld aanhalingstekens). Er komen 4 personen aanbod in deze laatste strofe: 'I' , 'she' (slaat terug op de vrouw uit de eerste drie stofes), 'he' (de overleden man) en nog een persoon of meerdere personen die samen rondom het graf staan, want de 'I' - persoon spreekt van 'us' in de laatste versregel van dit gedicht.

In de laatste strofe wordt gezegd dat 'she' alleen de bloemen op het graf van de overleden man legt zodat de mensen rondom het graf tevreden zouden zijn. Normaal gesproken leg je bloemen op het graf van een overleden persoon als eerbetoon, maar zo werkte het bij haar niet.

Vragen beantwoord
Vertel in je eigen woorden de gevoelens van de vrouw tegenover de overleden man. Welke tegenstelling brengt zij ter sprake?
De vrouw uit weinig emoties, maar wel wordt duidelijk dat ze nu de man overleden is, meer contact met hem heeft dan toen hij nog leefde. Dat is natuurlijk een grote tegenstelling. Ze zegt bijvoorbeeld 'And never have I felt so close', dit is ook het enige gevoel dat ze uit.
Wat probeert de vrouw uit te drukken met tegenstelling 'living, he never looked or answered so'?
Toen de man nog in leven was, was hij een gesloten man die weinig praatte en weinig van zich liet merken. Zijn gezicht verborg altijd wat. Nu de man overleden is, is zijn gezicht open en lijkt te spreken. Dus levend maakte hij nooit zo veel contact zoals hij doet nu hij dood is.
Leg de laatste versregel van het gedicht uit. Wie worden er bedoelt met 'us'? Moeten we de zin intepreteren als een gebrek aan liefde vanaf haar kant?
De laatste versregel zegt dat de vrouw alleen bloemen op het graf van de overleden man legde om de andere aanwezigen tevreden te stemmen. De andere mensen rondom het graf worden dus bedoeld met 'us'. De vrouw deed dit niet als een gebrek aan liefde, maar ze voelde zich niet verbonden met het graf.
Begrijpt de dichter de emoties van de vrouw? Veranderd haar houding ten opzichte van deze vrouw? Geef voorbeelden.
In de laatste strofe wordt gezegd 'Sceptic I listened' dit toont aan dat ze vertwijfeld tegenover de vrouw stond. Ze stond met vertwijfeld te luisteren en merkte op wat voor een vrede de vrouw met de situatie bleek te hebben. Ze legde de bloemen voorzichtig op het graf, maar niet voor hem, maar 'rather to please us'. Er zit dus wel een ondertoon in de laatste strofe, we denken een beetje verontwaardiging zelfs.
Hoe reageerd de vrouw in dit gedicht in vergelijking met de beschrijvingen van emoties in het gedicht van Emily Dickinson's 'The last night that she lived'?
De mensen in het gedicht van Emily Dickinson reageren heel gevoelig en emotioneel, je kunt merken dat de situatie ze echt raakt. In 'A death' worden er bijna geen emoties geuit en komt de vrouw over als een beetje gevoelloos. Er word vooral heel objectief beschreven.

Onze mening:
Wij vinden het een verwarrend gedicht, omdat we niet kunnen begrijpen hoe het kan dat iemand zo objectief de dood beschrijf van een bekende. Normaal gesproken wordt de dood heel gevoeldig en emotioneel beschreven, maar dit gedicht is haast een beetje afstandelijk.
Het is wel een gedicht dat je aan het denken zeg en anders tegen de zaak aan laat kijken. We zijn bijvoorbeeld gaan bedenken wat de relatie was tussen de vrouw en de overleden man. Hield ze niet van hem? Is ze opgelucht dat hij overleden is? Dit zijn vragen die na het lezen van dit gedicht in je opkomen. We vinden het wel mooi om 'A death' te vergelijken met 'The last night that she lived', omdat beide een heel ander beeld van de dood geven. Het enige gedicht is heel emotioneel en het andere gedicht veel objectiever.

donderdag 15 oktober 2009

"Five Ways to Kill a man"



There are many cumbersome ways to kill a man.
You can make him carry a plank of wood
to the top of a hill and nail him to it.To do this
properly you require a crowd of people
wearing sandals, a cock that crows, a cloak
to dissect, a sponge, some vinegar and one
man to hammer the nails home.


Or you can take a length of steel,
shaped and chased in a traditional way,
and attempt to pierce the metal cage he wears.
But for this you need white horses,
English trees, men with bows and arrows,
at least two flags, a prince, and a
castle to hold your banquet in.

Dispensing with nobility, you may, if the wind
allows, blow gas at him. But then you need
a mile of mud sliced through with ditches,
not to mention black boots, bomb craters,
more mud, a plague of rats, a dozen songs
and some round hats made of steel.

In an age of aeroplanes, you may fly
miles above your victim and dispose of him by
pressing one small switch. All you then
require is an ocean to separate you, two
systems of government, a nation's scientists,
several factories, a psychopath and
land that no-one needs for several years.

There are, as I began, cumbersome ways
to kill a man. Simpler, direct, and much more neat
is to see that he is living somewhere in the middle
of the twentieth century, and leave him there.

- by Edwin Brock

Achtergrondinformatie
Dit gedicht van Edwin Brock komt uit de moderne tijd. Het gedicht geeft een indicatie van vijf verschillende manieren om een man te doden, die een verwijzing zijn naar de geschiedenis. Het is een gedicht gebaseerd op het thema, de dood. Om dit gedicht echter goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk om naar de samenstelling van elke strofe apart te kijken.
De eerste strofe “you can make him carry a plank of wood to the top of a hill and nail him to it” is een verwijzing naar de tijd van Christus. Dit stukje van het gedicht beschrijft hoe het doden gebeurde en in de regels erna wordt duidelijk gemaakt, door middel van gedetailleerde beschrijvingen, hoe dit het beste kan gebeuren.
In de tweede strofe gaat Brock door naar de volgende periode, de middeleeuwen. het gedeelte: “or you can take a length of steel, shaped and chased in a traditional way, and attempt to pierce (doorboren) the metal cage he wears…” Dit beschrijft het doorboren van de man. In de regels daarna gebruikt Brock dezelfde beschrijvingstechniek als in de eerste strofe. “But for this you need…” Er volgt een opsomming van wat nodig is voor deze manier van doden.
De derde strofe beschrijft een andere, moderne manier van doden. “… you may, if the wind allows, blow gas at him” Dit staat voor een vergassing en verwijst daarom naar de Eerste Wereldoorlog. Weer volgt er de typische opsomming van wat hiervoor nodig is, en deze begint weer met “But then you need…”
In de volgende strofe gaat Brock door naar de manier van doden tijdens de Tweede Wereldoorlog. “In an age of aeroplanes, you may fly miles above your victim and dispose of him (uit de weg ruimen) by pressing one small switch…” Dit staat voor het bombarderen van iemand. Om deze manier te kunnen volbrengen zijn er weer een aantal belangrijke dingen nodig, zoals de oceaan, fabrieken en land dat ongebruikt kan blijven voor jaren. En nog een zeer belangrijk iets namelijk: “a psychopath”, dit is een verwijzing naar Hitler.
The begin zin van de vijfde, laatste strofe, valt in herhaling met het begin van het gedicht. “There are, as I began, cumbersome (omslachtige) ways to kill a man.” Dit vertelt hij nadat hij vier omslachtige manieren heeft verteld die terugverwijzingen naar perioden in de geschiedenis. Hij eindigt met de laatste en tevens de makkelijkste manier: “Simper, direct, and much more neat is to see that he is living somewhere in the middle of the twentieth century, and leave him there…” Hiermee toont hij een bepaalde afkeer tegen de oorlog en andere afschrikkende manieren om mensen te doden. Na bewust te hebben verteld over alle omslachtige manieren, komt hij in de slotzin met de beste oplossing, de mens zijn gang laten gaan, want hij gaat toch wel vanzelf een keer dood.

Om zijn lezers naar het belangrijkste punt van het gedicht te leiden, gebruikt Brock dus als techniek het beschrijven van omslachtige manieren om de mens te doden.

Onze mening
Wij vinden dat Brock een zeer goed en duidelijk gedicht heeft geschreven. Hij verteld vier manieren om iemand te doden, welke verwijzen naar de geschiedenis en erge gebeurtenissen van vroeger (zoals de oorlog). Deze omslachtige manieren zijn gruwelijk, maar goed te begrijpen. Met de laatste strofe maakt Brock heel duidelijk zijn standpunt in dit gedicht duidelijk, de mens lekker laten leven. In ‘Five Ways to Kill a man’ zijn de bekwaamheid van de schrijver en de inhoud van het gedicht in evenwicht.

dinsdag 13 oktober 2009

"Open window"



The Open Window by Hector Hugh Munro (Saki) (1870-1916)

"My aunt will be down presently, Mr. Nuttel," said a very self-possessed young lady of fifteen; "in the meantime you must try and put up with me." Framton Nuttel endeavoured to say the correct something which should duly flatter the niece of the moment without unduly discounting the aunt that was to come. Privately he doubted more than ever whether these formal visits on a succession of total strangers would do much towards helping the nerve cure which he was supposed to be undergoing. "I know how it will be," his sister had said when he was preparing to migrate to this rural retreat; "you will bury yourself down there and not speak to a living soul, and your nerves will be worse than ever from moping. I shall just give you letters of introduction to all the people I know there. Some of them, as far as I can remember, were quite nice." Framton wondered whether Mrs. Sappleton, the lady to whom he was presenting one of the letters of introduction came into the nice division. "Do you know many of the people round here?" asked the niece, when she judged that they had had sufficient silent communion. "Hardly a soul," said Framton. "My sister was staying here, at the rectory, you know, some four years ago, and she gave me letters of introduction to some of the people here." He made the last statement in a tone of distinct regret. "Then you know practically nothing about my aunt?" pursued the self-possessed young lady. "Only her name and address," admitted the caller. He was wondering whether Mrs. Sappleton was in the married or widowed state. An undefinable something about the room seemed to suggest masculine habitation. "Her great tragedy happened just three years ago," said the child; "that would be since your sister's time." "Her tragedy?" asked Framton; somehow in this restful country spot tragedies seemed out of place. "You may wonder why we keep that window wide open on an October afternoon," said the niece, indicating a large French window that opened on to a lawn. "It is quite warm for the time of the year," said Framton; "but has that window got anything to do with the tragedy?" "Out through that window, three years ago to a day, her husband and her two young brothers went off for their day's shooting. They never came back. In crossing the moor to their favourite snipe-shooting ground they were all three engulfed in a treacherous piece of bog. It had been that dreadful wet summer, you know, and places that were safe in other years gave way suddenly without warning. Their bodies were never recovered. That was the dreadful part of it." Here the child's voice lost its self-possessed note and became falteringly human. "Poor aunt always thinks that they will come back someday, they and the little brown spaniel that was lost with them, and walk in at that window just as they used to do. That is why the window is kept open every evening till it is quite dusk. Poor dear aunt, she has often told me how they went out, her husband with his white waterproof coat over his arm, and Ronnie, her youngest brother, singing 'Bertie, why do you bound?' as he always did to tease her, because she said it got on her nerves. Do you know, sometimes on still, quiet evenings like this, I almost get a creepy feeling that they will all walk in through that window - "

She broke off with a little shudder. It was a relief to Framton when the aunt bustled into the room with a whirl of apologies for being late in making her appearance. "I hope Vera has been amusing you?" she said. "She has been very interesting," said Framton. "I hope you don't mind the open window," said Mrs. Sappleton briskly; "my husband and brothers will be home directly from shooting, and they always come in this way. They've been out for snipe in the marshes today, so they'll make a fine mess over my poor carpets. So like you menfolk, isn't it?" She rattled on cheerfully about the shooting and the scarcity of birds, and the prospects for duck in the winter. To Framton it was all purely horrible. He made a desperate but only partially successful effort to turn the talk on to a less ghastly topic, he was conscious that his hostess was giving him only a fragment of her attention, and her eyes were constantly straying past him to the open window and the lawn beyond. It was certainly an unfortunate coincidence that he should have paid his visit on this tragic anniversary. "The doctors agree in ordering me complete rest, an absence of mental excitement, and avoidance of anything in the nature of violent physical exercise," announced Framton, who laboured under the tolerably widespread delusion that total strangers and chance acquaintances are hungry for the least detail of one's ailments and infirmities, their cause and cure. "On the matter of diet they are not so much in agreement," he continued. "No?" said Mrs. Sappleton, in a voice which only replaced a yawn at the last moment. Then she suddenly brightened into alert attention - but not to what Framton was saying. "Here they are at last!" she cried. "Just in time for tea, and don't they look as if they were muddy up to the eyes!" Framton shivered slightly and turned towards the niece with a look intended to convey sympathetic comprehension. The child was staring out through the open window with a dazed horror in her eyes. In a chill shock of nameless fear Framton swung round in his seat and looked in the same direction. In the deepening twilight three figures were walking across the lawn towards the window, they all carried guns under their arms, and one of them was additionally burdened with a white coat hung over his shoulders. A tired brown spaniel kept close at their heels. Noiselessly they neared the house, and then a hoarse young voice chanted out of the dusk: "I said, Bertie, why do you bound?"

Framton grabbed wildly at his stick and hat; the hall door, the gravel drive, and the front gate were dimly noted stages in his headlong retreat. A cyclist coming along the road had to run into the hedge to avoid imminent collision. "Here we are, my dear," said the bearer of the white mackintosh, coming in through the window, "fairly muddy, but most of it's dry. Who was that who bolted out as we came up?" "A most extraordinary man, a Mr. Nuttel," said Mrs. Sappleton; "could only talk about his illnesses, and dashed off without a word of goodby or apology when you arrived. One would think he had seen a ghost." "I expect it was the spaniel," said the niece calmly; "he told me he had a horror of dogs. He was once hunted into a cemetery somewhere on the banks of the Ganges by a pack of pariah dogs, and had to spend the night in a newly dug grave with the creatures snarling and grinning and foaming just above him. Enough to make anyone lose their nerve." Romance at short notice was her speciality.

Achtergrondinformatie
De nicht, genaamd Vera, vroeg eerst aan Nuttel of hij iets wist van haar tante. Dit vroeg ze zodat ze wist of ze een van haar leugens kon verkondigen. Toen hij antwoordde dat hij niets van haar tante wist behalve haar naam en adres begon ze met haar leugen. Ze vertelde over de tragedie van haar tante. De nicht legde hem uit waarom de tuindeur nog altijd open stond op een oktobermiddag. Ze vertelde dat haar tantes man en haar twee jongere broers nooit meer terug van jagen waren gekomen drie jaar geleden, omdat ze waren weggezakt in een verraderlijk moeras. Hun lichamen zijn nooit meer terug gevonden(het verhaal heeft wat weg van een spookverhaal). Ze begon te stamelen (door deze toevoeging van de schrijver geloof je haar meteen, omdat ze zulke menselijke trekjes vertoont, je gaat er niet vanuit dat als iemand er van begint te stamelen, deze een leugen verkondigd).
Ze legde vervolgens uit dat haar arme lieve tante nog altijd dacht dat ze terug zouden komen en dat ze daarom de deur elke dag open liet staan, zodat ze konden binnen wandelen.
Sappleton (de tante) komt binnen en begint een gesprek met Nuttel, de leugen van Vera wordt alleen maar gesterkt door alles wat Sappleton zegt. Dan roept Sappleton dat ze haar man en broers ziet aankomen, en inderdaad, daar komen drie mannen aangelopen. Nuttel rent in shock en bang weg, omdat hij in de leugen van Vera geloofde, hij dacht dat hij nu geesten zag. De lezer komt er achter dat Vera een leugen heeft verteld als ze verteld aan haar tante waarom Nuttel wegrent. Ze zegt dat Nuttel bang was voor de hond die mee was met de drie mannen als gevolg van een gebeurtenis die hij had meegemaakt met agressieve honden, maar ze weet helemaal niets van Nuttel! Nuttel was een gast die ze voor het eerst zag, ze liegt dus weer, dit keer tegen haar tante. Op deze wijze kom je er als lezer achter dat het verhaal over de tragedie ook verzonnen is.
De schrijver van de tekst heeft er dus een dubbele twist aangegeven: niet alleen Nuttel wordt om de tuin geleid door Vera, maar de lezer wordt om de tuin geleid door de schrijver! Er is sprake van een 'story-within-a-story'.

Het verhaal gaat dus over de schandalige, maar ook slimme verbeeldingskracht van een tiener. Als lezer wordt je op dezelfde manier als meneer Nuttel beduveld door Vera. Het verhaal heeft ook een ironisch tintje. De rode zin in de tekst is een voorbeeld van de ironie. Sappleton bedoelde het natuurlijk figuurlijk, terwijl Nuttel dacht dat hij écht geesten gezien had. Een ander voorbeeld betreft de namen van de hoofdpersonen: Vera betekend in het latijn waarheid (en dat is natuurlijk juist wat Vera niet spreekt) en de naam Nuttel verwijst naar het Engelse 'nuts' wat in het nederlands 'gek' en 'krankzinnig' betekend (Nuttel werd gek van de tragedie die Vera hem vertelde).

De laatste zin van het verhaal is de belangrijkste van het hele verhaal 'Romance at short notice was her speciality'. Romance betekend overdreven verhalen of verzonnen verhalen vol avontuur. Ze bedacht dus twee keer ter plekke een verhaal dat niet waar was en elke keer geloofde de desbetreffende persoon haar. Uit het verhaal kwam voort dat Vera wel vaker loog en het was haar specialiteit dat mensen haar verzonnen verhalen geloofden.

Onze mening
We vinden het een grappig en pakkend verhaal, omdat je als lezer geen idee hebt dat je door zowel Vera en de auteur om de tuin geleid word. Als je achteraf het verhaal nog eens leest zie je wel dat er dingen zijn waaraan je had kunnen aflezen dat Vera een leugen begonnen was.
Het verhaal heeft zo'n verrassende wending dat je verbaasd bent, je had niet verwacht dat Vera een leugen had verteld, maar als Vera nog een keer een leugen verteld aan haar tante besef je dat je erin bent getrapt en als lezer voel je je wel dom dat je zo lang niets door had.
De slotzin is mooi en pas ook goed bij het verhaal. Het was echter wel een verhaal dat zeer moeilijk te analyseren was, de inhoud van het verhaal was duidelijk, maar de ironie was soms moeilijk te vinden. Ook hadden we pas na een tijdje door dat niet alleen Nuttel om de tuin was geleid, maar ook de lezer!

zaterdag 10 oktober 2009

"Does it matter?"



Does it matter? by Siegfried Sassoon (1886–1967)

Does it matter?—losing your legs?...
For people will always be kind,
And you need not show that you mind
When the others come in after hunting
To gobble their muffins and eggs.

Does it matter?—losing your sight?...
There’s such splendid work for the blind;
And people will always be kind,
As you sit on the terrace remembering
And turning your face to the light.

Do they matter?—those dreams from the pit?...
You can drink and forget and be glad,
And people won’t say that you’re mad;
For they’ll know you’ve fought for your country
And no one will worry a bit.


Achtergrondinformatie
In de eerste strofe wordt gezegd dat het helemaal niet erg is om je been te moeten missen. Mensen zullen altijd aardig doen en je hoeft het niet erg te vinden dat de anderen terug komen van het jagen (jij kon dus niet meejagen, omdat je een been mist) en lekker gaan zitten eten. Er wordt echter het tegenovergestelde bedoeld: dat het wel erg is om je been te moeten missen. Er wordt dus gebruik gemaakt van ironie.

Is het erg om je gezichtsvermogen kwijt te raken? Nee hoor, zegt de tweede strofe, want ook blinden kunnen geweldig werk vinden en verichten. De mensen zullen altijd aardig zijn als je op het terras zit en denkt aan vroeger (toen je nog wel kon zien). Je kunt je hoofd nog wel naar het licht draaien (je voelt de warmte immers). Ook hier zien we weer het sarcasme en de ironie, er wordt natuurlijk bedoeld dat het wel erg is om je zicht kwijt te raken.

De versregel 'Do they matter? - those dreams from the pit?' spreekt over de loopgraven die typisch waren voor de eerste wereldoorlog. Het zijn dus geen dromen, maar nachtmerries.
Je kunt het gevoel wegdrinken en dan vergeet je het wel en zul je weer vrolijk zijn, wordt in de laatste strofe gezegd. Andere mensen vinden het niet erg als je dat doet, want ze weten dat je hebt gevochten voor je vaderland, niemand vind het erg.
De schrijver gebruikt weer ironie en vindt het juist wel erg dat deze nachtmerries en trauma's de soldaten altijd bijzullen blijven.

Het gedicht gaat over het hebben van een oorlogstrauma.
Met 'losing your legs' wordt bedoeld dat de benen van soldaten opgeblazen zijn op het slagveld. Met 'losing sight' wordt bedoeld dat de soldaten door de oorlog blind zijn geworden en met 'those dreams from the pit' worden de nachtmerries bedoeld die de soldaten altijd met zich mee zullen dragen: de herinnering aan het slagveld als de hel.

Het gedicht is negatief geschreven ten opzichte van de oorlog. De schrijver heeft het gedicht vol ironie en sarcasme geschreven om de ernst van de situatie duidelijk te maken. De ironie en het sarcasme zorgen voor een scherp randje aan dit gedicht. Bijvoorbeeld 'There's such splendid work for the blind'. De schrijver bedoeld ermee te zeggen dat het leven van de soldaten na de verschrikkelijke oorlog drastisch is veranderd. Ze zijn gehandicapt geraakt of blind geworden en kunnen hun leven niet zomaar eenvoudig oppakken.

Onze mening
Wij vinden dit een indrukwekkend gedicht. Het sarcasme en de ironie zorgen voor een sterk, maar ook scherp gedicht. Het is goed dat de schrijver de verschrikkingen van de oorlog verteld en mensen laat nadenken over wat deze verschrikkelijke oorlog voor een invloed heeft gehad op de soldaten die hierin meevochten. Het is interessant om dit gedicht met 'The kiss' te vergelijken, omdat beide gedichten een hele andere visie geven op de oorlog. 'The kiss' staat positief tegen over de oorlog en dit gedicht 'Does it matter?' staat negatief tegen over de oorlog. We vinden dit gedicht mooi, omdat we kunnen proberen voor te stellen hoe erg de verschrikkingen moeten zijn. De ironie is erg pakkend en we denken dan ook dat dit gedicht veel mensen aanspreekt.

"The kiss"

The Kiss by Siegfried Sassoon (1886–1967)

To these I turn, in these I trust—
Brother Lead and Sister Steel.
To his blind power I make appeal,
I guard her beauty clean from rust.

He spins and burns and loves the air,
And splits a skull to win my praise;
But up the nobly marching days
She glitters naked, cold and fair.

Sweet Sister, grant your soldier this:
That in good fury he may feel
The body where he sets his heel
Quail from your downward darting kiss.

Achtergrondinformatie
De ikpersoon is een soldaat uit de eerste wereld oorlog die vertrouwd op 'Brother Lead and Sister Steel', oftewel een loden kogel en een stalen bajonet. Hij wil gebruik maken van de blinde kracht van de kogel. 'His blind power' staat ervoor dat de kogel niet kan rondkijken, de soldaat bepaald de weg van de kogel. De kogel houd van de lucht ('loves the air'), hij is blij dat hij opweg is naar zijn doel. Er is hier dus sprake van een personificatie: aan een voorwerp dat niet leeft worden menselijke karaktereigenschappen toegekend. In de zin 'She glitters naked, cold and fair' staat 'cold' voor twee eigenschappen van het bajonet: het staal is koud en een bajonet heeft geen gevoel. Ze schitterd dus naakt (een bajonet wordt niet beschermd door een hoesje), koud en mooi. In de laatste strofe wordt de bajonet toegesproken: zorg alstjeblieft dat het volgende gebeurd: dat als hij (de soldaat) heel woest is en zijn voet op het lichaam van een tegenstander zet, het lichaam siddert van de kus van het bajonet. Met de kus wordt hier de 'Kiss of death' bedoeld. De kus is dus het moment dat de bajonet in het lichaam wordt geduwd en het lichaam sidderd dan in doodsnood.

Het is een gedicht dat positief tegenover de oorlog staat. De soldaat geniet bijvoorbeeld van zijn wapens en spreekt er vol liefde over. Daarnaast worden veel mooie woorden gebruikt, zoals kiss, Brother Lead and Sister steel (je broer en zus staan dicht bij je, die heb je lief en vertrouw je), nobly en fair, voor zaken die te maken hebben met dood en verderf.

Onze mening
We vinden dit geen mooi gedicht, omdat er met goedkeuring wordt gepraat over de oorlog. Er wordt met liefde gepraat over wapens die veel leed veroorzaken en de soldaat zegt tegen het bajonet dat hij moet zorgen dat het lichaam van de tegenstander siddert als hij het bajonet in hem steekt. Oorlogen kun je niet goedpraten en al helemaal niet het doden van iemand, maar de soldaat in dit gedicht schijnt er van te kunnen genieten. Dat vinden wij onbegrijpelijk.

"La belle dame sans merci"


La Belle Dame sans Merci, Frank Cowper (1877-1958)

La belle dame sans merci by John Keats (1795–1821)

O what can ail thee, knight-at-arms,
Alone and palely loitering?
The sedge has wither’d from the lake,
And no birds sing.

O what can ail thee, knight-at-arms!
So haggard and so woe-begone?
The squirrel’s granary is full,
And the harvest’s done.

I see a lily on thy brow
With anguish moist and fever dew,
And on thy cheeks a fading rose
Fast withereth too.

I met a lady in the meads,
Full beautiful—a faery’s child,
Her hair was long, her foot was light,
And her eyes were wild.

I made a garland for her head,
And bracelets too, and fragrant zone;
She look’d at me as she did love,
And made sweet moan.

I set her on my pacing steed,
And nothing else saw all day long,
For sidelong would she bend, and sing
A faery’s song.

She found me roots of relish sweet,
And honey wild, and manna dew,
And sure in language strange she said—
“I love thee true.”

She took me to her elfin grot,
And there she wept, and sigh’d fill sore,
And there I shut her wild wild eyes
With kisses four.

And there she lulled me asleep,
And there I dream’d—Ah! woe betide!
The latest dream I ever dream’d
On the cold hill’s side.

I saw pale kings and princes too,
ale warriors, death-pale were they all;
They cried—“La Belle Dame sans Merci
Hath thee in thrall!”

I saw their starved lips in the gloam,
With horrid warning gaped wide,
And I awoke and found me here,
On the cold hill’s side.

And this is why I sojourn here,
Alone and palely loitering,
Though the sedge is wither’d from the lake,
And no birds sing.

Achtergrondinformatie
La belle dame sans merci' is een ballade; een soort lied met een ritme er in. Het metrum bestaat uit jambes, maar bij de laatste regel van elke strofe ontbreekt dit metrum. Op deze manier wordt de nadruk op die versregels gelegt.

Het gedicht is afkomstig uit de periode de Romantiek. In deze periode stond gevoel centraal.
Het ideaal was om de gevoelens direct te uiten zonder zich aan bepaalde regels te moeten houden. In dit gedicht zien we dat de gevoelens van de ridder centraal staan. Hij wordt verliefd op een vrouw en kan alleen nog maar aan haar denken. ' And nothing else saw all day long'

Naast emoties stond ook de verbeelding centraal. Er werd vaak geschreven over fee-achtige figuren en dromen. Ook in dit gedicht staat de droom centraal:
" In de eerste drie strofen spreekt een verteller een geharnaste, bleke en zwervende ridder aan. In de rest van deze ballade is deze ridder aan het woord, hij verklaart zijn lot. Hij is in de ban geraakt van een sprookjesachtige mooie vrouw. De ridder denkt dat de mooie vrouw van hem houdt. In haar elfengrot valt hij in slaap en in zijn doorm wordt hij gewaarschuwd voor La belle dame sans merci (de mooie vrouw zonder genade). Als de ridder ontwaakt, bevindt hij zich op een kille heuvel, van de mooie betoverende vrouw geen spoor." (bron Laagland Literatuur)
De ridder beseft dat de werkelijkheid en de droom niet te verenigen zijn en dat stemt hem zeer ongelukkig. Ook dat ongelukkige gevoel als gevolg van het besef dat zijn ideaal/verlangen nooit werkelijkheid zal worden is typisch voor de Romantische periode.

De ridder is een duidelijk voorbeeld van een romantisch personage. Romantische personages zijn vaak dolenden en zwervers met een groot onvervulbaar verlangen. Dat verlangen wordt vaak gesymboliseerd door een betoverend mooie, maar onbereikbare geliefde. De ridder wilde de betoverende vrouw de zijne maken, maar ontwaakt uit de droom en betovering bevind de ridder zich op een kille koude heuvel.

De vragen beantwoord
Het verhaal dat de geharnaste ridder verteld gaat over hoe hij verleidt werd. Zoek hiervoor bewijzen.
In de tiende strofe van dit gedicht wordt er door bleke vorsten en prinsen geroepen 'La belle dame sans merci hath thee in thrall!' (La belle dame sans merci maakte jou slaaf) Zij vertellen dus dat de geharnaste ridder door haar verleid is.
Kun je hints in de tekst vinden dat de vrouw die de geharnaste ridder ontmoet meer is dan gewoon een mooie vrouw?
Ze praat in een vreemde taal (" And sure in language strange she said: I love thee true"), ze neemt hem mee naar een elfengrot en zingt een feeënlied. Daarnaast zoekt ze wortels en wilde honing voor hem. Dit zijn allerlei dingen die een gewone vrouw toch niet zomaar zou doen, het zijn hints die laten merken dat de vrouw meer is dan gewoon een mooie vrouw.
Beschrijf in welke staat de geharnaste ridder werd gevonden door de verteller uit de eerste drie stofen. Wat is de functie van de ' lily' en de 'rose'?
De verteller treft een bleke eenzame ridder aan die diep gekweld is. 'Lily' staat voor zijn bleke voorhoofd en de 'fading rose' geeft aan dat zijn wangen steeds minder rood worden. De verteller treft de ridder dus in gekwelde en een beetje koortsige staat aan.
Wat is de tijd van het jaar in dit gedicht? Hoe weet je dat? Hoe staat dit in verband met het thema van dit gedicht?
Het is herfst in dit gedicht: de vogels zingen niet meer, de oogst is van het veld, de eekhoorn heeft zijn wintervooraad in geslagen en het gras is verdord. Het thema van dit gedicht is liefdesverdriet en de onverenigbaarheid van zijn verlangen. Hij leidt eronder dat de vrouw waar hij verliefd op was geworden hem verlaten had. De herfst staat voor vergankelijkheid: vergaan van kleuren en het vallen van bladeren. De herst past dus goed bij het thema.

Onze mening
We vinden dit een mooie gedicht, omdat het over verbeelding en dromen gaat. Het gaat over een ridder en een fee-achtige vrouw die beiden tot de verbeelding spreken. We kunnen ons voorstellen hoe de ridder daar ronddoolt, nadat hij zijn verlangen niet kan verwerkelijken en het zorgt er voor dat je als lezer te doen krijgt met die gekwelde bleke geharnaste ridder. Wie leeft er nou niet in een droomwereld? Iedereen heeft verlangens en droomt dat deze werkelijkheid worden. We kunnen ons dus goed voorstellen hoe groot de kwelling moet zijn om te ontdekken dat de fee-achtige vrouw je verlaten heeft en dat je je op een kille berg bevind.
De schilderijen die gemaakt zijn naar aanleiding van dit gedicht zijn ook zeker de moeite waard om te bekijken. De afbeelding van het, in onze ogen, mooiste schilderij hebben we bijgevoegd.

vrijdag 9 oktober 2009

"The Secret Life of Walter Mitty"

"We're going through!" The Commander's voice was like thin ice breaking. He wore his full-dress uniform, with the heavily braided white cap pulled down rakishly over one cold gray eye. "We can't make it, sir. It's spoiling for a hurricane, if you ask me." "I'm not asking you, Lieutenant Berg," said the Commander. "Throw on the power lights! Rev her up to 8500! We're going through!" The pounding of the cylinders increased: ta-pocketa-pocketa-pocketa-pocketa-pocketa. The Commander stared at the ice forming on the pilot window. He walked over and twisted a row of complicated dials. "Switch on No. 8 auxiliary!" he shouted. "Switch on No. 8 auxiliary!" repeated Lieutenant Berg. "Full strength in No. 3 turret!" shouted the Commander. "Full strength in No. 3 turret!" The crew, bending to their various tasks in the huge, hurtling eight-engined Navy hydroplane, looked at each other and grinned. "The Old Man'll get us through," they said to one another. "The Old Man ain't afraid of hell!" . . .
"Not so fast! You're driving too fast!" said Mrs. Mitty. "What are you driving so fast for?" "Hmm?" said Walter Mitty. He looked at his wife, in the seat beside him, with shocked astonishment. She seemed grossly unfamiliar, like a strange woman who had yelled at him in a crowd. "You were up to fifty-five," she said. "You know I don't like to go more than forty. You were up to fifty-five." Walter Mitty drove on toward Waterbury in silence, the roaring of the SN202 through the worst storm in twenty years of Navy flying fading in the remote, intimate airways of his mind. "You're tensed up again," said Mrs. Mitty. "It's one of your days. I wish you'd let Dr. Renshaw look you over."
Walter Mitty stopped the car in front of the building where his wife went to have her hair done. "Remember to get those overshoes while I'm having my hair done," she said. "I don't need overshoes," said Mitty. She put her mirror back into her bag. "We've been all through that," she said, getting out of the car. "You're not a young man any longer." He raced the engine a little. "Why don't you wear your gloves? Have you lost your gloves?" Walter Mitty reached in a pocket and brought out the gloves. He put them on, but after she had turned and gone into the building and he had driven on to a red light, he took them off again. "Pick it up, brother!" snapped a cop as the light changed, and Mitty hastily pulled on his gloves and lurched ahead. He drove around the streets aimlessly for a time, and then he drove past the hospital on his way to the parking lot. . . .
"It's the millionaire banker, Wellington McMillan," said the pretty nurse. "Yes?" said Walter Mitty, removing his gloves slowly. "Who has the case?" "Dr. Renshaw and Dr. Benbow, but there are two specialists here, Dr. Remington from New York and Dr. Pritchard-Mitford from London. He flew over." A door opened down a long, cool corridor and Dr. Renshaw came out. He looked distraught and haggard. "Hello, Mitty," he said. `'We're having the devil's own time with McMillan, the millionaire banker and close personal friend of Roosevelt. Obstreosis of the ductal tract. Tertiary. Wish you'd take a look at him." "Glad to," said Mitty.
In the operating room there were whispered introductions: "Dr. Remington, Dr. Mitty. Dr. Pritchard-Mitford, Dr. Mitty." "I've read your book on streptothricosis," said Pritchard-Mitford, shaking hands. "A brilliant performance, sir." "Thank you," said Walter Mitty. "Didn't know you were in the States, Mitty," grumbled Remington. "Coals to Newcastle, bringing Mitford and me up here for a tertiary." "You are very kind," said Mitty. A huge, complicated machine, connected to the operating table, with many tubes and wires, began at this moment to go pocketa-pocketa-pocketa. "The new anesthetizer is giving away!" shouted an intern. "There is no one in the East who knows how to fix it!" "Quiet, man!" said Mitty, in a low, cool voice. He sprang to the machine, which was now going pocketa-pocketa-queep-pocketa-queep . He began fingering delicately a row of glistening dials. "Give me a fountain pen!" he snapped. Someone handed him a fountain pen. He pulled a faulty piston out of the machine and inserted the pen in its place. "That will hold for ten minutes," he said. "Get on with the operation. A nurse hurried over and whispered to Renshaw, and Mitty saw the man turn pale. "Coreopsis has set in," said Renshaw nervously. "If you would take over, Mitty?" Mitty looked at him and at the craven figure of Benbow, who drank, and at the grave, uncertain faces of the two great specialists. "If you wish," he said. They slipped a white gown on him, he adjusted a mask and drew on thin gloves; nurses handed him shining . . .
"Back it up, Mac!! Look out for that Buick!" Walter Mitty jammed on the brakes. "Wrong lane, Mac," said the parking-lot attendant, looking at Mitty closely. "Gee. Yeh," muttered Mitty. He began cautiously to back out of the lane marked "Exit Only." "Leave her sit there," said the attendant. "I'll put her away." Mitty got out of the car. "Hey, better leave the key." "Oh," said Mitty, handing the man the ignition key. The attendant vaulted into the car, backed it up with insolent skill, and put it where it belonged.
They're so damn cocky, thought Walter Mitty, walking along Main Street; they think they know everything. Once he had tried to take his chains off, outside New Milford, and he had got them wound around the axles. A man had had to come out in a wrecking car and unwind them, a young, grinning garageman. Since then Mrs. Mitty always made him drive to a garage to have the chains taken off. The next time, he thought, I'll wear my right arm in a sling; they won't grin at me then. I'll have my right arm in a sling and they'll see I couldn't possibly take the chains off myself. He kicked at the slush on the sidewalk. "Overshoes," he said to himself, and he began looking for a shoe store.
When he came out into the street again, with the overshoes in a box under his arm, Walter Mitty began to wonder what the other thing was his wife had told him to get. She had told him, twice before they set out from their house for Waterbury. In a way he hated these weekly trips to town--he was always getting something wrong. Kleenex, he thought, Squibb's, razor blades? No. Tooth paste, toothbrush, bicarbonate, Carborundum, initiative and referendum? He gave it up. But she would remember it. "Where's the what's-its- name?" she would ask. "Don't tell me you forgot the what's-its-name." A newsboy went by shouting something about the Waterbury trial. . . . "Perhaps this will refresh your memory." The District Attorney suddenly thrust a heavy automatic at the quiet figure on the witness stand. "Have you ever seen this before?'' Walter Mitty took the gun and examined it expertly. "This is my Webley-Vickers 50.80," ho said calmly. An excited buzz ran around the courtroom. The Judge rapped for order. "You are a crack shot with any sort of firearms, I believe?" said the District Attorney, insinuatingly. "Objection!" shouted Mitty's attorney. "We have shown that the defendant could not have fired the shot. We have shown that he wore his right arm in a sling on the night of the fourteenth of July." Walter Mitty raised his hand briefly and the bickering attorneys were stilled. "With any known make of gun," he said evenly, "I could have killed Gregory Fitzhurst at three hundred feet with my left hand." Pandemonium broke loose in the courtroom. A woman's scream rose above the bedlam and suddenly a lovely, dark-haired girl was in Walter Mitty's arms. The District Attorney struck at her savagely. Without rising from his chair, Mitty let the man have it on the point of the chin. "You miserable cur!" . . .
"Puppy biscuit," said Walter Mitty. He stopped walking and the buildings of Waterbury rose up out of the misty courtroom and surrounded him again. A woman who was passing laughed. "He said 'Puppy biscuit,'" she said to her companion. "That man said 'Puppy biscuit' to himself." Walter Mitty hurried on. He went into an A. & P., not the first one he came to but a smaller one farther up the street. "I want some biscuit for small, young dogs," he said to the clerk. "Any special brand, sir?" The greatest pistol shot in the world thought a moment. "It says 'Puppies Bark for It' on the box," said Walter Mitty.
His wife would be through at the hairdresser's in fifteen minutes' Mitty saw in looking at his watch, unless they had trouble drying it; sometimes they had trouble drying it. She didn't like to get to the hotel first, she would want him to be there waiting for her as usual. He found a big leather chair in the lobby, facing a window, and he put the overshoes and the puppy biscuit on the floor beside it. He picked up an old copy of Liberty and sank down into the chair. "Can Germany Conquer the World Through the Air?" Walter Mitty looked at the pictures of bombing planes and of ruined streets. . . .
"The cannonading has got the wind up in young Raleigh, sir," said the sergeant. Captain Mitty looked up at him through tousled hair. "Get him to bed," he said wearily, "with the others. I'll fly alone." "But you can't, sir," said the sergeant anxiously. "It takes two men to handle that bomber and the Archies are pounding hell out of the air. Von Richtman's circus is between here and Saulier." "Somebody's got to get that ammunition dump," said Mitty. "I'm going over. Spot of brandy?" He poured a drink for the sergeant and one for himself. War thundered and whined around the dugout and battered at the door. There was a rending of wood and splinters flew through the room. "A bit of a near thing," said Captain Mitty carelessly. 'The box barrage is closing in," said the sergeant. "We only live once, Sergeant," said Mitty, with his faint, fleeting smile. "Or do we?" He poured another brandy and tossed it off. "I never see a man could hold his brandy like you, sir," said the sergeant. "Begging your pardon, sir." Captain Mitty stood up and strapped on his huge Webley-Vickers automatic. "It's forty kilometers through hell, sir," said the sergeant. Mitty finished one last brandy. "After all," he said softly, "what isn't?" The pounding of the cannon increased; there was the rat-tat-tatting of machine guns, and from somewhere came the menacing pocketa-pocketa-pocketa of the new flame-throwers. Walter Mitty walked to the door of the dugout humming "Aupres de Ma Blonde." He turned and waved to the sergeant. "Cheerio!" he said. . . .
Something struck his shoulder. "I've been looking all over this hotel for you," said Mrs. Mitty. "Why do you have to hide in this old chair? How did you expect me to find you?" "Things close in," said Walter Mitty vaguely. "What?" Mrs. Mitty said. "Did you get the what's-its-name? The puppy biscuit? What's in that box?" "Overshoes," said Mitty. "Couldn't you have put them on in the store?" 'I was thinking," said Walter Mitty. "Does it ever occur to you that I am sometimes thinking?" She looked at him. "I'm going to take your temperature when I get you home," she said.
They went out through the revolving doors that made a faintly derisive whistling sound when you pushed them. It was two blocks to the parking lot. At the drugstore on the corner she said, "Wait here for me. I forgot something. I won't be a minute." She was more than a minute. Walter Mitty lighted a cigarette. It began to rain, rain with sleet in it. He stood up against the wall of the drugstore, smoking. . . . He put his shoulders back and his heels together.
"To hell with the handkerchief," said Waker Mitty scornfully. He took one last drag on his cigarette and snapped it away. Then, with that faint, fleeting smile playing about his lips, he faced the firing squad; erect and motionless, proud and disdainful, Walter Mitty the Undefeated, inscrutable to the last.

- by James Thurber

Achtergrond informatie
James Thurber is een erg beroemde schrijver. Hetgeen wat hem zo bekend maakt is zijn humor en het gebruik van fantastische personen in zijn verhaal. Volgens hem is de vrouw dominerend en wil de man hieraan ontsnappen door te vluchten naar een droomwereld van romantiek en heldendaad.

Besprekingspunten
Wat zorgt ervoor dat Mitty gaat dromen en wat brengt hem weer terug naar de realiteit? En hoe zijn deze twee werelden met elkaar verbonden?
Voorwerpen en gebouwen die Mitty ziet, zoals eerst het ziekenhuis, daarna de Waterbury trial (rechtszaak) en dan de plaatjes van de oorlog, zorgen ervoor dat hij gaat fantaseren en terecht komt in zijn droomwereld. In deze droomwereld is hij vaak de held, een persoon die alles kan, onverslaanbaar en beroemd. Zijn vrouw is degene die er voor zorgt dat Mitty weer terug naar de realiteit komt. Ze maakt hem wakker uit zijn fantasieën. De twee werelden zijn met elkaar verbonden door middel van de voorwerpen en gebouwen: 'Walter Mitty looked at the pictures of bombing planes and of ruined streets.' Daarna is Mitty in zijn droomwereld de held tijdens de oorlog.
Op een gegeven moment zegt Mitty's vrouw tegen hem: "I'm going to take your temperature when I get you home." Waarom deze houding?
Walter Mitty kruipt vaak in zijn droomwereld wanneer hij alleen is, als zijn vrouw er niet bij is. Zo rijdt hij bijvoorbeeld langs een ziekenhuis, nadat hij zijn vrouw bij de kapper heeft afgezet, en kruipt hij weer in zijn tweede leven, hij is de held tijdens een operatie. Wanneer hij later tegen zijn vrouw zegt dat hij over dingen aan het nadenken was, kijkt zij hem vreemd aan. Voor haar lijkt het alsof hij alleen maar onzin uitkraamt.
Is zij wel de juiste vrouw voor Mitty, wat voor een persoon zou hij nodig hebben?
Mitty's vrouw is niet de geschikte vrouw voor hem, ze begrijpt hem niet en probeert dat ook niet. Doordat Mitty zoveel fantaseert, dus eigenlijk de realiteit vertroebeld, handelt hij soms verkeerd in het dagelijks leven of vergeet hij dingen. 'Walter Mitty began to wonder what the other thing was his wife told him to get. She had told him twice before they set out from their house for Waterbury. In a way he hated these weekly trips to town - he was always getting something wrong.' Als reactie op zijn verkeerde handeling, krijgt hij van zijn vrouw alleen maar gesnauw. Mitty zou eigenlijk een vrouw moeten hebben die met hem meedenkt en hem probeert te begrijpen.
Vanuit het perspectief van mevrouw Mitty gezien, heeft het dromen van haar man invloed op haar leven en gedrag?
Haar man vergeet af en toe dingen of handeld verkeerd. Zij moet hem regelmatig tot orde roepen, maar verder heeft zij hier niet zoveel last van. Mitty fantaseert voornamelijk als hij alleen is. Het gedrag van mevrouw Mitty is corrigerend.
Is dagdromen tijdverspilling of zelfs gevaarlijk naar onze mening?
Dagdromen is geen tijdverspilling. Mitty heeft een saai leven met zijn vrouw in de realiteit, dit probeert hij op te vrolijken door zich zijn 'ideale' wereld voor te stellen. Voor hem is dit een goed gevoel, een gevoel van overwinning en roem. Gevaarlijk is het zeker niet, het kan alleen soms lastig zijn voor de omstanders.
Waarom bevat het verhaal, behalve een humoristische kant, ook een hele serieuze kant en waarom is dit voor ons herkenbaar?
Het verhaal heeft een humoristische kant door sommige aparte handelingen van Mitty, bijvoorbeeld door het zien van een ziekenhuis, midden in een operatie terecht komen. Maar aan de andere kant is het verhaal heel herkenbaar en serieus. Iedereen maakt wel eens een voorstelling van zijn of haar ideale wereld, een droomwereld, om te vluchten uit de realiteit. En daarom kun je als lezer jezelf identificeren met Mitty.

Het verhaal heeft een aparte opbouw. Het speelt in het heden, maar maakt regelmatig sprongen naar een droomwereld. Dit wordt aangegeven door aanhalingstekens of puntjes ...

Onze mening
Wij vinden het een interessant verhaal. Zoals eerder gezegd bevat het verhaal een humoristische kant, maar de serieuze kant is ook erg herkenbaar. We kunnen ons goed inleven in Mitty, hij heeft ook maar een saai, normaal leven en fantaseren zorgt dan voor een aangename afwisseling.